Categorie :

Winterklaar zonder extra werk: waarom niets doen soms het beste groenbeheer is

Slim beheer creëert de beste schuilplaatsen voor dieren om de winter door te komen

De herfst is in volle gang en gemeenten zijn druk bezig om hun buitenruimte voor te bereiden op de winter. Parken, plantsoenen, bermen en bossen worden traditioneel netjes opgeruimd: bladeren worden weggeblazen, takken afgevoerd en grasvelden strak gemaaid. Maar steeds meer ecologen en groenspecialisten stellen de vraag: is dat eigenlijk wel nodig? Het verrassende antwoord: vaak juist niet. Sterker nog, in veel gevallen is slim beheer, oftewel het werken met de natuur in plaats van tegen haar, het meest waardevolle dat een gemeente kan doen voor natuur, biodiversiteit én de portemonnee.

Bij Boesj geloven we dat slim beheer van groen, niet altijd neerkomt op méér werk, maar op slimmer werken met de natuur. In deze blog leggen we uit waarom gemeenten juist in de winterperiode kunnen profiteren van een “handen af”-benadering, en hoe dat er in de praktijk uitziet.

 

Bladeren zijn geen afval, maar schuilplaatsen

Voor veel mensen lijken bladeren vooral rommel: gladde stoepen, bedekte grasvelden en een minder “netjes” aangezicht. Toch hebben ze ecologisch gezien een enorme waarde.

• Egels overwinteren in bladhopen en zijn afhankelijk van dit soort natuurlijke
structuren om de winter te overleven.
• Insecten zoals vlinders en kevers kruipen tussen de bladeren om beschutting te
vinden tegen kou en regen.
• Bodemkwaliteit verbetert doordat bladeren langzaam verteren en zo
voedingsstoffen teruggeven aan de bodem.

Door bladeren niet overal op te ruimen, maar strategisch te laten liggen, kunnen gemeenten eenvoudig bijdragen aan biodiversiteit en bodemgezondheid. Natuurlijk moeten paden en wegen veilig blijven, maar in plantsoenen en onder struiken zijn bladhopen juist een verrijking.

 

Snoeihout als natuurlijke woning

Wat voor bewoners afvalhout lijkt, kan voor dieren een reddingsboei zijn. Gesnoeide takken die normaal worden afgevoerd, kunnen worden gebruikt om zogenaamde takkenrillen te bouwen.

Een takkenril is een eenvoudige stapel takken die dienstdoet als schuil- en nestplek voor
vogels, kleine zoogdieren en insecten. Ze bieden:
• Veiligheid tegen roofdieren.
• Voedsel doordat insecten zich erin vestigen.
• Educatieve waarde: bewoners en kinderen leren dat snoeihout geen afval is, maar
een bouwsteen voor natuur.

Door snoeihout slim in te zetten, wordt ecologisch beheer zichtbaar én tastbaar.

 

Minder maaien = meer natuurwaarde

Veel gemeenten maaien nog regelmatig in de herfst en vroege winter, vanuit de gedachte dat een strak gazon het meest verzorgd oogt. Maar ecologisch gezien is dit het tegenovergestelde van wat natuur nodig heeft.

Wanneer gras, kruiden en bloemen langer blijven staan:

• Hebben insecten meer kans om te overwinteren.
• Ontstaan er zaden die vogels in de winter kunnen eten.
• Vergroot je de kans dat soorten zich verspreiden in het nieuwe seizoen.

Bovendien verlaagt minder maaien de kosten én de CO2-uitstoot van machines. Slim beheer betekent dus letterlijk: minder doen en meer bereiken.

 

De financiële kant: besparen door slim beheer

Naast ecologische voordelen heeft een “niets doen”-benadering ook een economische kant. Door selectief onderhoud uit te voeren, besparen gemeenten op:

• Arbeidsuren: minder vaak maaien, ruimen of snoeien.
• Afvoerkosten: bladeren en snoeihout blijven in het gebied en worden dus geen
afvalstroom.
• Brandstof: minder inzet van machines betekent minder uitstoot en lagere kosten.

De besparingen kunnen vervolgens weer worden ingezet voor projecten die extra impact hebben, zoals biodiversiteitsmonitoring of educatieve trajecten met bewoners.

 

Draagvlak creëren bij bewoners

Toch roept minder onderhoud soms weerstand op. Bewoners zijn gewend aan strak gemaaide grasvelden en lege borders. Rommelige hoekjes worden al snel gezien als achterstallig onderhoud. Daarom is communicatie cruciaal.

Gemeenten kunnen draagvlak creëren door:

• Infobordjes te plaatsen: “Hier overwinteren egels en insecten.”
• Bewoners te betrekken: organiseer een workshop over takkenrillen of laat kinderen helpen bij het inrichten van bladhopen.
• Transparant uit te leggen waarom gekozen wordt voor minder ingrijpen: ecologische waarde boven esthetiek.

Als bewoners begrijpen dat rommelige plekken waardevolle natuur zijn, verandert
weerstand vaak in trots.

 

Voorbeelden uit de praktijk

Steeds meer gemeenten laten zien dat dit werkt. In parken waar bladhopen bewust blijven liggen, keren egels terug. In wijken waar takkenrillen zijn aangelegd, melden bewoners meer vogels. En op schoolpleinen waar bladeren worden gebruikt in natuureducatie, leren kinderen spelenderwijs het belang van biodiversiteit. Deze voorbeelden tonen aan dat ecologisch beheer niet ingewikkeld hoeft te zijn. Het vraagt vooral lef om los te laten en de natuur haar gang te laten gaan.

Lees hier wat Amsterdam doet om de biodiversiteit te verbeteren.

 

Conclusie: natuur klaarstomen voor de winter betekent vaak niets doen

Winterklaar maken klinkt alsof er veel moet gebeuren. In werkelijkheid is de beste aanpak vaak het tegenovergestelde. Door bladeren te laten liggen, snoeihout te hergebruiken en minder te maaien, creëren gemeenten een rijkere, gezondere en meer klimaatbestendige leefomgeving. Bij Boesj geloven we dat dit de toekomst van groenbeheer is: niet harder werken, maar slimmer werken. Met respect voor wat de natuur zelf al kan. Want soms is niets doen precies wat nodig is.

Zet samen de stap naar slim winterbeheer
Benieuwd hoe jouw gemeente de buitenruimte ecologisch en kostenefficiënt kan klaarmaken voor de winter? Bij Boesj ondersteunen we met advies, ontwerp en uitvoering. Zo profiteren de natuur en de gemeente van de kracht van slim beheer.

Over Boesj

Boesj geeft vorm aan ambitieuze en urgente doelstellingen op het gebied van biodiversiteit en klimaatadaptatie, door ecologisch groenbeheer te ontwerpen, realiseren en beheren.

Ga naar de bovenkant